Translate this site

donderdag 22 november 2012

Reactie op filmfragment Boerenwerk

Rene van der Meulen uit Franeker heeft een reactie gegeven op het filmfragment dat over het boerenwerk van Ynse de Boer gaat. 

Volgens Rene zijn de opnames gemaakt ten noordwesten van Gerbranda State op de percelen bij de zeedijk. Oftewel ten noorden van Kingma. De boerderij van Kingma en naastgelegen boerderij (fam. Althuis ??) zijn zichtbaar. Zo ook de bospartij waar tussen Gerbranda State is gelegen. De woningen aan de zeedijk matchen met de woningen die daar destijds richting Ropta stonden.

- klik hier - om het filmfragment te zien. 

Hartelijk dank voor deze reactie. Zo krijgt zo'n filmfragment wat meer betekenis. 










zaterdag 17 november 2012

Herinneringen van K.T. Hibma (Sexbierum)



Onderstaand artikel is in februari 1981 geschreven door K.T. Hibma. Hij heeft veel artikelen geschreven in de dorpskrant onder de noemer: Historie Sexbierum-Pietersbierum.

Alhoewel de wintermaand december allang voorbij is, zijn we nog in de winter, want de maand februari is hier bij ons vaak de koudste maand van het jaar.

Heerenwaltsje Sexbierum winter 1923
In oude almanakken wordt februari vaak aangeduid met sprokkelmaand. We werden hier kortgeleden nog aan herinnerd door een TV-uitzending, waarin beelden werden vertoond van houtzoekers in de bossen, waarvoor toestemming was verkregen. Onze gedachten gingen onwillekeurig terug naar de laatste jaren van de oorlog 1940-1945. Vooral die laatste winter was het bittere noodzaak om hout te zoeken om de kachel brandende te houden. De sprokkelaars van tegenwoordig, sprokkelen voor hun open haard. Een luxe artikel, dat om reden van het dure gas, ook nog wel wat rendabeler begint te worden. We kunnen ons nog levendig voorstellen, dat in de winter 1944-1945 de telegraafpalen langs de oude spoorbaan van Sexbierum naar Oosterbierum geruisloos waren verdwenen. Vlak boven de grond afgezaagd en dat daarna één voor één de restanten nog werden uitgegraven.

We vinden het dan ook een goede zaak, dat er door velen steeds meer op wordt gewezen dat we zuiniger op onze grondstoffen moeten worden. Als je het over winter hebt, denk je vaak direct aan sneeuw en ijs. In dat opzicht is het nu nog geen winter geweest en de maand januari, ook wel Louwmaand genoemd, was een lauwe maand. Maar pas op, twee jaar geleden hadden we in Friesland in februari ongekende hoeveelheden sneeuw, zodat veel dorpen in Friesland geïsoleerd raakten. Vaak moest gebruik gemaakt worden van helikopters in noodgevallen. 

Winter 1979 in Oosterbierum. Klaas de Vries helpt een dorpsgenoot met sneeuwschuiven.

Voor agrarisch Friesland betekende vroeger een strenge winter veel voorzorg om de bewaarproducten, zoals aardappels, bieten, rapen, wortels (peen) en andere winterproducten zo goed mogelijk tegen bevriezen te beschermen. De benamingen (de aardappels onder de winter, hjerst en winterhûd, heapbeslaen, tuskenhûd) hoorden allemaal bij het bewaren op het veld. Nu de gemengde akker- en veebedrijven haast allemaal verdwenen zijn, worden de bestaande schuren en stallen benut voor het bewaren van, in hoofdzaak, aardappels. En nu alles goed verzorgd is, kunnen we een paar weken echt winter hebben, met goed ijs om op te schaatsen. Voor schaatsliefhebbers wonen we hier niet op de beste plaats. Wanneer men in het oosten en zuiden van Friesland al een week had geschaatst, moesten wij ons hier op ons kleine ijsbaantje aan de kade vermaken. Vooreerst vriest het in het begin, in het noorden minder hier dicht bij de zee, maar daar kwam toen nog bij, dat men zolang mogelijk de sluizen bij Roptazijl en in Harlingen open hield, om het overtollige water te lozen. Maar door de stroming leed het ijs en duurde het langer voor het ijs “vertrouwd” was. 

Baanveger bij de poort van Liauckama-state (Sexbierum)
Maar als het dan eindelijk zover was, dan kwamen de baanvegers op het ijs. Deze mannen zorgden er dan ook voor dat de “wekken” gemarkeerd werden door er takken omheen te planten. En dan kreeg ieder het te pakken, de ijsbaan was op enkele kleine kinderen na, verlaten en iedereen trok er op uit. Zelfs de scholen werkten mee aan het ijsfeest. Zo gebeurde het, dat ieder kind dat een briefje van de ouders had mee gekregen, ’s middags om 2 uur de school mocht verlaten. We herinneren ons nog, dat Klaas en Kees van (omke Sietse) die toen op ‘t War woonden, aan de weg naar Franeker hier op school gingen en ’s middags bij pake en beppe overbleven en van pake Klaas een briefje meekregen met deze inhoud: Meester! Ik wil dat U deze jongens om 2 uur loslaat!

Oudere mensen verhalen soms nog over strenge winters van vroeger. Zo is heel bekend geworden de winter van 1890. We hebben wel eens horen vertellen dat er hier een boer was, ik meen T. Okkinga, welke in de winter van 1890 wel 12 keer per schaats naar Leeuwarden was geweest om de markt te bezoeken. Mijn grootvader, pake Klaas had in die winter een tent op de z.g.n. riehâls waar hij warme chocolademelk en andere versnaperingen aan de vermoeide schaatsers trachtte te verkopen. En voor de jonge mensen, die soms bij maanlicht nog op de ondergelopen Ieegen reden, had hij warme gekookte appels, 1 cent per stuk. Zijn marktreclame was dan: ‘sodene appels hiet, maak ze me kwiet, voordat ik ze weg smiet’.

vrijdag 9 november 2012

Woningnood na de oorlog


Mijn vader Jurjen Kuurstra was voor de WO II al boekhouder bij de fa. R. Westra in Sexbierum. Hij is geboren in Harlingen en kreeg verkering met Grietje Huisman uit Midlum. 
 
De woonark 'Nea tocht' BARR 3533
Na de oorlog wilden zij graag trouwen en zochten toen om een geschikte woonruimte. Maar die woonruimte was kort na de oorlog erg schaars. Al wandelend op de zeedijk bij de ‘Stienenman’ zagen zij een woonark te koop liggen in de Bolswardervaart. Na enig beraad hebben zij besloten de woonark te kopen maar de ark was wel aan onderhoud toe. Daarom is de ark opgeknapt op de werf van Draaisma in Franeker. Dat de woonark aan onderhoud toe was bleek uit het feit dat er hier en daar wel erg weinig ‘spikerhout’ aan zat. In die tijd waren er nog veel waterwegen rondom de dorpen. De woonark kwam toen te liggen aan de laad- en losplaats in Pietersbierum. In 1946 gingen zij trouwen en hebben met veel plezier in de ark gewoond totdat er in 1950 een huis kon worden gebouwd aan de rand van Sexbierum aan de R. Westrastrjitte 7. Maar inmiddels was hun eerste zoon Thomas (1950) geboren en dat ‘hiene se nea tocht’. Op de foto is achter de woonark de boerderij te zien van De Jong (later Yntema). Deze is in 1971 deels door brand verwoest.

De witte huisjes werden bewoond door de familie Dijkstra. De weg is de westelijke ingang van het dorp waar vlakbij het vroegere Hottinga-state heeft gestaan. Deze woningen en het water waarin de ark ligt, hebben in 1967 plaats moeten maken voor de aanleg van de doorgaande weg om Pietersbierum en Sexbierum. Van dit idyllische woonplekje is weinig meer terug te vinden. 

Thom Kuurstra, Sexbierum (2010)

Naschrift redactie: In de nacht van 10 op 11 november 1971 is de boerderij, waarover Thom schrijft, in vlammen opgegaan. De boerderij werd toen bewoond door B.U Yntema. De brandweer van Sexbierum en Minnertsga hebben de bluswerkzaamheden uitgevoerd. De brandweerlieden van Sexbierum zijn tot vroeg in de morgen aan het nablussen geweest. Op een kalf na kon al het vee worden gered. De schade werd geraamd op anderhalve ton.

zondag 4 november 2012

Jan Wolthers stopte met brood venten

20 februari 1964: Bijna vijftig jaar lang heeft de thans 61-jarige Jan Wolthers zijn klanten in Franeker en wijde omtrek van bakkerswaren voorzien. Als twaalfjarige jongen begon hij een klantenkring op te bouwen. Zijn producten betrok hij aanvankelijk van zijn vader,  die een bakkerij had in de Osingastraat te Franeker, later van verschillende bakkers.

Jan Wolthers zwierf met zijn bakfiets langs Schalsum, Peins, Schingen, Slappeterp, Zweins, Kiesterzijl, Herbaijum, Pietersbierum en Wijnaldum. Een motorbakfiets heeft Jan Wolters nooit gehad. Zijn benen moesten er voor zorgen dat de gang er in bleef. Duizenden klanten heeft hij zo voor een na geholpen, vele van zijn oudste klanten zijn reeds overleden; een aantal is er die hij langer dan veertig jaar heeft bediend. In de onderscheidende dorpen waren er vrouwen die zorgden dat de trouwe venter zijn warm bakje koffie kreeg. 

Zaterdag heeft Jan Wolthers zijn werk gestaakt. Dat dit zo plotseling gebeurde, had zijn oorzaak in het feit, dat zaterdagmorgen zijn bakfiets met inhoud en al in de gracht langs de Zuidkade verdween. Wolthers had zijn voertuig in de Prins Mauritsstraat geparkeerd en was zelf enige klanten gaan bezoeken. Door onbekende oorzaak reed de bakfiets achteruit de gracht in. Bij pogingen de bakfiets op het droge te brengen, brak de fiets in tweeën en daar de reizen hem toch al te zwaar begonnen te worden, heeft de heer Wolthers er toen maar besloten er meteen een punt achter te zetten. Hoewel in de omgeving van Franeker niemand van de honger zal sterven nu Jan Wolthers niet meer verschijnt, zullen verscheidene van zijn trouwe klanten nog dikwijls aan hun trouwe venter terug denken.

Bron: Leeuwarder Courant 20 februari 1964

Red: Helaas hebben we geen foto van Jan Wolthers met of zonder bakfiets kunnen vinden. Dus moet u het doen met een algemeen beeld van een bakkersbakfiets. 

Jan Wolthers is overleden op 29 mei 1970. 

vrijdag 2 november 2012

Twee merkwaardige foto's


 Op de lezing van vrijdag 27 oktober 2006 kreeg de Oudheidkundige Vereniging Barradeel van ds. De Groot een viertal foto’s. In eerste instantie dacht onze archivaris Wietse Leistra dat één van de foto’s al in het archief zat. Maar toen de foto’s met elkaar werden vergeleken, sloeg de verbazing toe. 

De namen van de bovenste foto zijn bekend, maar . . . wie zijn de andere dames. De foto’s zijn in Tzummarum genomen. Het lijkt erop dat de fotograaf de 'bôllekar' van de plaatselijke broodventster heeft geleend om een fotogeniek tafereel te hebben om verschillende dames uit het dorp op de foto te zetten. 

Op de foto hiernaast: Alberts Dieuke en Nammen Antsje. 





 
Wie zijn de dames op de onderste foto en wanneer zijn de foto’s gemaakt?



Sleepboot met bakken zit bij Koehool aan de grond



14 april 1959: Bij het Statenhoofd tussen Dijkshoek en Koehool aan de Waddenzee is zaterdagavond een sleepboot met twee lege bakken van de sleepdienst A. Veenstra Hzn. Te Heeg aan de grond gelopen doordat een sleepketting in de schroef van het sleepbootje kwam. 

Schipper Veenstra en zijn knecht, die rijshout naar Ameland hadden gebracht, werden met hun schip door de krachtige wind naar de zeedijk gedreven en strandden daar zonder dat hun positie gevaar liep.

Toen de mannen gisteren nog niet waren gearriveerd, heeft een vliegtuig van de basis Leeuwarden een onderzoek ingesteld: het ontdekte de schepen bij het Statenhoofd. Inmiddels waren gisteren de schipper Veenstra en zijn knecht aan land gegaan om bij de landbouwer S.J. van der Zee aan de Camstraweg onder Firdgum de familie telefonisch op de hoogte te stellen en hulp te vragen om het schip ter plaatse te repareren. De beide mannen, die vrijwel geen voedsel aan boord hadden, hebben van de familie Van der Zee levensmiddelen meegekregen naar boord. Vanmorgen zaten de schepen nog vast.


Zondag-drukte bij het Statenhoofd onder Tzummarum. In de jaren vóór de Tweede Wereldoorlog hadden Jaap en Heintje Muller uit Minnertsga hier badhokjes te huur. 

Foto: www.oudtzummarum.nl

Foto's weer teruggeplaatst

De foto's en afbeeldingen zijn weer teruggeplaatst. Voor dit blog waren het niet zoveel omdat er nog maar een beperkt aantal berichten gepubliceerd zijn. Voor het blog van Minnertsga vroeger moeten er nog veel meer teruggeplaatst worden . . . . en dat kost behoorlijk wat tijd. Gelukkig is het eind in zicht. En nu maar hopen dat het niet weer gebeurd.