Barradeel: Wanneer men de mensen in Barradeel of Hennaarderadeel, Het Bildt,
Franekeradeel of Wonseradeel vraagt of ze Jan Vijver ook kennen, kijken ze
eerst nadenkend. Maar dan plotseling, alsof aan de lucht de zon doorbreekt,
glijdt er over hun gezicht een lach en zeggen ze: ‘O, jo bedoele seker Jan
Fijfie!!’. Natuurlijk kennen ze die. Die wandelde al met zijn karretje langs de
wegen toen . . . En dan komen de herinneringen aan dit opgeruimde mannetje, dat
vandaag nog even welgemoed en vriendelijk achter zijn karretje met boenders en
veters, kammen en borstels, theezeefjes en knijpers langs de dorpen trekt als
vijftig jaar terug.
Lange ‘Nassause’ sokken omspannen zijn broekspijpen. En zijn
schoenen zijn zo oud als de wereld, maar ‘ik hew nooit sere foeten en ik ben
nooit moed’ zegt Jan, die nu 71 jaar is. Meer dan vijftig jaar heeft hij langs
de deuren gezwalkt. Een kleine figuur, verloren in het wijde landschap. Een
zakje over zijn rug, waarin de huisvrouwen, bij wie Jan een welkome gast was
(met zijn hoge stemgeluid wist hij altijd wel een mooi verhaal) wel vaak een
extraatje stopten. Wat appels, een paar schoenen, een oude jas. Naarmate de zak
voller werd, werd het karretje lichter.
Jan vijver in Sexbierum |
Eergisteren zagen we Jan Vijver plotseling in de buurt van
Sexbierum. In de zon. Nog precies dezelfde Jan van heel, heel lang geleden. De
sokken nog over de broekspijpen. Op de kar nog dezelfde kistjes. Een
mattenklopper stak er als een vaandel boven uit. Dat vaandel had met
wandelmedailles behangen moeten zijn. Over de grote mand lag nog hetzelfde
baaltje.
Meer dan een week had Jan in Sexbierum gewerkt, hoorden we. Zijn
kar ‘parkeert’ hij ’s avonds in een boerenschuur en hij fietst dan naar moeder
de vrouw in Franeker. Overdag stalt hij ook zijn oude fiets bij een boer.
Vroeger, in de slechte tijden, was het leven van Jan Vijver niet
gemakkelijk. Hij had een groot gezin. Maar nu heeft hij een grote, vertrouwde
klantenschaar. Zorgen over middenstandsproblemen hoeft hij niet te hebben. Voor
hem geen winkelweek of zegelactie. ‘Kom, Jan, wiene jo der ek ris wer´, zeggen
de klanten, als Jan de lading van zijn kar bij de voordeur heeft uitgestald. En
dan gaat het op een kopen. Een dienstmeisje van achttien bedenkt plotseling,
dat ze een tandenborstel nodig heeft en een haarkam. Die er dan ook nog maar
bij. De boer komt er bij staan en ziet een pijp die hem zint. En zijn vrouw
bedacht dat ze drie klerenhangers nodig had.
Jan loopt het erf weer af. Zijn oude schoenen ritselen door de
bruine bladeren. Hij gaat de hoofdweg weer op. Langs de diepblauwe lucht
vliegen de straaljagers naar Vlieland. De wereld is veranderd bij vroeger. Jan
is dezelfde gebleven. Vroeger had hij een hondenkar, net als zijn vader die
voor bakker Noordenbos met koek en banket de boer op ging. Maar dat mag nu niet
meer. Jan vindt het niet erg. Ophouden? Nee! Hij moet dit blijven doen. Zijn
vrouw zegt soms dat hij moet ophouden, omdat het om het geld niet beslist nodig
is. ´Dan sou ik in ´e hús sitte mutte´, zegt Jan zacht. En wie kan dat, na meer
dan een halve eeuw in Gods vrije natuur te hebben gezworven?
Bron: onbekend
VijverDino is onder ander gespecialiseerd in filtertechniek, waterbehandeling, allerlei soorten vijvervissen, de aanleg van alle soorten vijvers.
BeantwoordenVerwijderen